Productdossier: vitamine B12

Productdossier: vitamine B12

Ik ben aardig op de hoogte van tal van vitamines, maar die B-vitamines zijn toch wat raadselachtig. En dan doel ik met name op vitamine B6 en B12. In dit productdossier diep ik vitamine B12 uit. Vitamine B12-tekort heeft namelijk heel wat meer gezichten dan aan artsen tijdens hun opleiding wordt geleerd. Iedere arts is wel op de hoogte van pernicieuze anemie, (bloedarmoede door een tekort aan vitamine B12) en gecombineerde strengziekte, een aandoening van de achter- en zijstrengen van het ruggenmerg. Zulke aandoeningen zie je niet zo makkelijk over het hoofd. Maar wat als het over chronische vermoeidheid, falende afweer, het optreden van allergieën en auto-immuun problemen, hersenmist, depressie, psychose, verlaagde vruchtbaarheid, homocysteïnemie, dementie en andere klachten gaat? Of over MS, CIDP of MMN? Wie legt er dan een link naar een tekort aan vitamine B12? En als ze dan je bloed prikken en alles schijnt normaal te zijn, wat dan? Ik ga je meenemen in deze boeiende reis over vitamine B12, over symptomen, over de (on-)zin van bloedwaarden en over allerlei vormen van B12 die er te koop zijn. Misschien werpt deze blog licht op je onbegrepen klachten om die zelf te gaan begrijpen en zit hier de oplossing. Ik structureer deze blog in de volgende paragrafen:

  1. De ontdekking van vitamine B12;
  2. Bronnen van vitamine B12;
  3. Functies van vitamine B12;
  4. Oorzaken van tekorten aan vitamine B12;
  5. Symptomen van een tekort aan vitamine B12;
  6. Suppletie en doseringen.

1. De ontdekking van vitamine B12

In 1823 beschreef de Schotse chirurg Scarth Combe een geval van bloedarmoede met dodelijke afloop. Hij noemde de ziekte ‘pernicieuze anemie’. In 1855 was het de internist Thomas Addison die zo’n zelfde ziektegeval beschreef. Michael Anton Biermer, een Zwitserse professor, stelde in 1872 de term ‘voortschrijdende pernicieuze anemie’ voor. Letterlijk betekent pernicieus ‘verderfelijk’ of ‘schadelijk’. Naar beide mannen werd de ziekte dus genoemd: de ziekte van Addison-Biermer, een synoniem voor wat we tegenwoordig onterecht gewoon pernicieuze anemie noemen. Naar de oorzaak kon men slechts gissen. Even een belangrijke opmerking: je kunt ook een tekort hebben aan vitamine B12 zonder dat er sprake is van anemie. Dat is zeker niet het enige symptoom. Dus onthoud alvast: een vitamine B12-tekort kan je pas in een vergevorderd stadium tegenkomen in de vorm van pernicieuze anemie. Beter is dus om te spreken van de ziekte van Addison-Biermer en niet over perniceuze anemie. 

Hoe ging het verder? De Amerikaanse patholoog George Whipple ontdekte in 1920 dat honden die aan pernicieuze anemie leden, genazen door hen rauwe lever of leverextracten te voeren. De zoektocht naar dit effect werd afgemaakt door de (wederom) Amerikaanse artsen George Minot en William Murphy. Zij vonden in 1926 de stof die verantwoordelijk bleek voor het opheffen van het tekort en noemden die stof de ‘anti-pernicieuze factor’. Toentertijd hadden zij nog geen flauw idee dat het om een vitamine ging, maar ontdekten dus wel dat deze stof verantwoordelijk was voor het opheffen van deze vorm van bloedarmoede. Toch knapten niet alle dieren (en wellicht mensen) op. Tot William Bosworth Castle in 1929 ontdekte dat je voor het vrijmaken van de ‘anti-pernicieuze factor’ uit voeding nog een andere factor nodig had; de intrinsieke factor of ‘intrinsic factor’ uit maagsap. Dus leverextract alleen was niet voldoende; je moest er maagzuur bij hebben. Vandaag de dag weten we dat het ene stofje vitamine B12 heet en het andere stofje nog steeds ‘intrinsic factor’ heet. Die laatste stof is in feite een glycoproteïne dat door de pariëtale cellen in de maagwand wordt geproduceerd als reactie op dezelfde prikkels die de afgifte van maagzuur (zoutzuur) bepalen. Zonder maagzuur is er dus geen opname van vitamine B12 mogelijk. Wat men ook ontdekte dat pernicieuze anemie niet altijd te genezen was met alleen het toedienen van vitamine B12 en ‘intrinsic factor’. Er was blijkbaar nog een derde stofje dat een rol speelde bij de genezing. In 1941 ontdekte men folaat, verkregen uit de groene bladeren van spinazie. Men noemde het stofje foliumzuur. Ik laat dat in deze blog verder rusten, maar onthoud alleen maar dat folaat (uit groene bladgroenten) iets anders is dan het synthetische foliumzuur.

Pas in 1948 lukte het om de stof te isoleren (= vinden of bepalen) uit runderlever en in 1955 om de moleculaire structuur op te helderen. Na een project van 11 jaar waar honderden wetenschappers aan meewerkten, kreeg men het voor elkaar om vitamine B12 synthetisch na te maken. Bij elkaar een immense inspanning die totaal tot de uitreiking van vier Nobelprijzen heeft geleid.

Vitamine B12 noemen we cobalamine. Die naam heeft deze vitamine te danken aan het mineraal kobalt. Het is zo’n beetje de meest ingewikkelde vitamine qua samenstelling en structuur. Er zijn diverse vormen (vitameren) van deze vitamine, waarover aan het einde van deze blog meer.

2. Bronnen van vitamine B12

Mensen, dieren, planten en schimmels kunnen zelf geen vitamine B12 aanmaken en zijn daarom aangewezen op bacteriën die dit wel kunnen. Sommige dieren komen aan hun B12 door de bacteriën in het eigen maag-darmkanaal die cobalamine aanmaken. Mensen kunnen dit ook, maar helaas alleen in de dikke darm, dus op een plek waar die vitamine niet meer kan worden opgenomen. Want de opname van vitamine B12 vindt in ons lichaam plaats in het onderste gedeelte van de dunne darm. Konijnen en varkens hebben die problemen ook, maar lossen dit op door hun eigen ontlasting op te eten (copofragie). Koeien en schapen daarentegen hebben een spijsverteringsstelsel dat kobalt kan omzetten in opneembare cobalamine. Het hangt dus van de voeding van het rund of schaap af of ze over voldoende kobalt kunnen beschikken om vitamine B12 te maken. Meestal wordt kobalt daarom extra aan de voeding toegevoegd, met name bij koeien die vooral mais krijgen. Als we dus rundvlees of schapenvlees eten, krijgen we vitamine B12 binnen.

De belangrijkste bronnen van deze vitamine zijn dierlijke producten. Met name gaat het dan om vlees, eieren en zuivel. Vegetariërs en veganisten lopen dus per definitie het grootste risico op een tekort en ik zou deze mensen dan ook ten zeerste aanbevelen om vitamine B12 te suppleren. Zijn er dan geen plantaardige bronnen? Ja, die zijn er wel, maar je moet dan enorme hoeveelheden innemen om voldoende vitamine B12 binnen te krijgen. Ik heb het dan over zeewier, algen, nori, shiitake en dergelijke. Samengevat zijn de belangrijkste bronnen (in volgorde van belangrijkheid):

  • Lever;
  • Mosselen;
  • Vissoorten als sardientjes, makreel, haring, forel, zalm;
  • Vleessoorten als rundvlees, kalkoen en kip;
  • Eieren.

De gehaltes B12 variëren in bovenstaande lijst van 90 microgram per 100 gram in lever tot 1,1 microgram per 100 gram (!) bij eieren. Dus ‘reken je niet te snel rijk’ als je denkt dat je wel aan voldoende B12 zult komen omdat je af en toe eieren en vis eet. Orgaanvlees is gewoon de beste bron, maar dat eten we nauwelijks meer. Vandaar dat die cijfers over mensen met een tekort uit paragraaf 4 best wel eens zouden kunnen kloppen.

Ook kunnen onze darmbacteriën zelf vitamine B12 aanmaken, schreef ik net. Zelf aanmaken? Ja, dat is een argument dat veel vegetariërs aanvoeren, maar daar hoort wel een kanttekening bij. Als je een gezonde darmflora hebt die niet voor de zoveelste keer vernietigd is door antibiotica, dan kunnen bacteriën in je dikke (!) darm ook vitamine B12 aanmaken. Maar waar wordt vitamine B12 geabsorbeerd? Precies; in je kronkeldarm (ileum), dus het laatste stuk van je dunne darm, net voordat je dikke darm begint. En dat is precies het probleem. Vitamine B12 die in je dikke darm door middel van bacteriën wordt gemaakt, wordt nauwelijks meer geabsorbeerd en belandt in de toiletpot. Zo krijg je B12 in je ontlasting en niet in je bloedbaan.

Hoe gaat de opname dan in je lichaam? Als we vitamine B12 uit voeding doorslikken, dan wordt dat in de maag vrijgemaakt van de omhullende eiwitten door de werking van maagzuur. Vervolgens wordt die B12 gebonden aan het glycoproteïne haptocorrine om het te beschermen tegen het zure milieu in de maag en het begin van de dunne darm. Ter hoogte van de alvleesklier wordt haptocorrine verteerd en bindt de B12 zich aan de ‘intrinsic factor’. Waar wordt die ‘intrinsic factor’ dan gemaakt? Die is eveneens afkomstig uit je maag, in het bijzonder uit de pariëtale cellen die verantwoordelijk zijn voor zowel de productie van maagzuur als de ‘intrinsic factor’. Na de alvleesklier pakt de ‘intrinsic factor’ de rondzwevende B12 op en omhult deze om die als een taxi naar je dunne darm te brengen. Zoals je weet, is je dunne darm lang. De ‘intrinsic factor’ laat de B12 pas los in het laatste stuk van je dunne darm, de zogenaamde distale- of kronkeldarm (ileum). Daar vindt de uiteindelijke opname in de bloedbaan plaats en gaat de vitamine vervolgens naar je lever. Bij dit proces is trouwens calcium nodig.

In je lever aangekomen wordt vitamine B12 opgeslagen als voorraad die voldoende is voor twee tot vijf jaar. Vervolgens scheidt de lever het naar behoefte uit in het bloed. Ook daar komt haptocorrine weer om de hoek, want 80% van de in het bloed aanwezige B12 is gebonden aan dit eiwit en wordt niet opgenomen door het lichaam. Terzijde: vandaar dat die bloedtesten niet zoveel zeggen. Ongeveer 20% van de vitamine in de bloedcirculatie is gebonden aan transcobalamine, zoals het woord al aangeeft, een transporteiwit voor cobalamine. Uitsluitend deze vitamine B12 is beschikbaar voor de lichaamscellen. In de cel wordt cobalamine losgemaakt van het transporteiwit en omgezet in twee actieve vormen. De eerste heet methylcobalamine (in het cytosol) en de andere adenosylcobalamine (in de mitochondria).

De hoeveelheid vitamine B12 die geabsorbeerd wordt, neemt toe met de hoeveelheid die wordt ingenomen, maar het percentage neemt af bij hogere doses. Van een supplement met 1 microgram B12 wordt 50% opgenomen (= 0,5 mcg), van een dosering van 5 microgram 20% (= 1 mcg) en van een dosering van 25 microgram slechts 5% (= 1,25 mcg). Die verzadiging is van kortdurende aard, want na 4-6 uur kan weer een nieuwe dosering worden ingenomen. Ongeveer 1% van een hoge dosering van 1000 microgram kan passief worden opgenomen, zelfs zonder ‘intrinsic factor’ en met beschadigde darmen. Het voordeel van vitamine B12 uit supplementen is dat het niet hoeft te worden losgemaakt door maagzuur.

En dan? Na gebruik wordt vitamine B12 weer uitgescheiden in gal en begint een nieuwe reis door de dunne darm. Als er op dat moment maar voldoende ‘intrinsic factor’ aanwezig is, begint de hele cyclus opnieuw en wordt de vrijgekomen B12 weer opnieuw opgenomen aan het einde van de dunne darm.

Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar als ik dit zit te schrijven, krijg ik weer een lesje 'verwondering'. 

3. Functies van vitamine B12

Laten we nu stilstaan bij de functies van vitamine B12 in ons lichaam. Logisch dat het ontstaan van pernicieuze anemie (bloedarmoede door B12) als eerste werd ontdekt en het meest onderzocht is.

Gezond bloed, gezonde bloedcellen en voldoende afweer

Gezond bloed bestaat uit gezonde bloedcellen in voldoende aantallen die in staat zijn om het lichaam van voldoende zuurstof te voorzien. Daar speelt vitamine B12 een cruciale rol in. Eerst maar even praten over bloedarmoede. De medische term ervoor is anemie. Het woord ‘armoede’ bij bloedarmoede duidt vooral aan dat je bloed verarmd is door een tekort aan hemoglobine. Wat is hemoglobine? Dat is een gespecialiseerd eiwit dat het transport van zuurstof en koolstofdioxide (CO₂) door het bloed verzorgt. Rode bloedcellen zijn voor 1/3 gevuld met hemoglobine. In elke (!) rode bloedcel bevinden zich ca. 270 miljoen hemoglobinemoleculen. Elk molecuul kan maximaal 4 zuurstof- of 4 koolstofdioxidemoleculen binden. Je begrijpt dus wel dat hemoglobine cruciaal is voor de aanvoer en afvoer van ademhalingsproducten zuurstof en koolstofdioxide. Als je dus een laag HB hebt, dan heb je minder mogelijkheden voor het transport van deze gassen en ben je snel vermoeid, kortademig, duizelig, oorsuizen, hoofdpijn en vaak een witte huid. En dat noem je dus bloedarmoede. Althans, één vorm ervan, want er zijn meerdere vormen van anemie. In deze blog beperk ik me tot pernicieuze anemie, de vorm van bloedarmoede die samenhangt met een tekort aan B12.

Wat heeft vitamine B12 met bloedarmoede te maken? Normaal gesproken worden rode bloedcellen gemaakt vanuit je beenmerg. Dat merg bevat stamcellen. Stamcellen zijn een soort basiscellen die zich kunnen ontwikkelen tot specifieke cellen zoals een levercel of een rode bloedcel. Bij de ‘geboorte’ zijn rode bloedcellen erg groot en naarmate ze volwassener worden, worden ze kleiner, verliezen vervolgens hun celkern, nemen hemoglobine op en krijgen de buitenvorm van het cijfer ‘acht’; een soort ingeknepen kussentje. In die inkeping vervoert de rode bloedcel zuurstof (aanvoer) en kooldioxide (afvoer). Wat gaat er nu fout in dit groeiproces bij een tekort aan B12? Door een tekort aan vitamine B12 (en folaat) produceert het beenmerg minder rode bloedcellen en degenen die nog wel worden aangemaakt hebben een abnormale grootte omdat ze niet voldoende ’rijpen’ naar normale rode bloedcellen. Terzijde: dat rijpingsproces noemen ze erytropoëse en dat gaat bij een B12-tekort dus ook fout. De rode bloedcellen blijven dus groot en daarom worden die abnormaal grote bloedcellen megaloblasten genoemd en deze vorm van bloedarmoede megaloblastaire anemie. Het gevolg is dat die te grote rode bloedcellen geen zuurstof kunnen transporteren omdat ze te groot zijn. Je zou het onhandige, grote rode bloedcellen kunnen noemen die niet geschikt zijn om zuurstof te transporteren. Het gevolg laat zich raden: bloedarmoede. Nog afgezien van een tekort aan goede rode bloedcellen kan een gebrek aan B12 leiden tot een verlaagd aantal witte bloedcellen die je nodig hebt om infecties het hoofd te bieden. Je ziet dus dat een gebrek aan allerlei soorten vitamines kan leiden tot een afgenomen weerbaarheid voor infecties. Dus ook dit kan een symptoom zijn: verzwakte weerbaarheid tegen virale en bacteriële infecties. Zelfs de hoeveelheid bloedplaatjes neemt af als je een tekort aan B12 hebt, met als gevolg bloedingen. Samengevat: B12 is dus noodzakelijk voor de gezondheid van je bloedsamenstelling. Terzijde: een ijzergebreksanemie leidt vaak tot te kleine rode bloedcellen (in jargon: microcytaire anemie) in tegenstelling dus tot de megaloblasten die horen bij een B12-deficiëntie. Bij glutenproblemen kun je zowel pernicieuze- als ijzergebreksanemie (of beide vormen) hebben. Uit een goede bloedtest wordt dit wel duidelijk.

Gezonde zenuwen (myelinescheden)

Vitamine B12 is onmisbaar voor het stimuleren van de vorming van myeline, je weet wel, die stof die je zenuwen omhult en voorkomt dat je ‘kortsluiting’ tussen zenuwen krijgt. En dat heeft weer te maken met de bijdrage die B12 vervult als cofactor bij enzymen die betrokken zijn bij de opbouw en afbraak van koolhydraten en vetten (L-methyl-malonyl-CoA). Nu snap je denk ik gelijk wel waarom een tekort aan maagzuur (hetzij door ouderdom, hetzij door het gebruik van maagzuurpillen) op termijn leidt tot zenuwschade. Zonder maagzuur geen B12. Zonder B12 geen myeline. Zonder myeline problemen met je zenuwen, variërend van trillingen, tintelingen in je handen en voeten tot en met neuropathie, MS, MMN of CIDP. Door de beschadigde myelinescheden kan de zenuwcel signalen niet meer snel en efficiënt doorgeven. Daarbij is een zenuwcel zonder beschermlaag ook kwetsbaarder voor andere schade. Ook kan een zenuwbaan zonder myeline niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. Voor een goede werking van zenuwen, is het dus belangrijk dat schade aan myeline snel hersteld wordt. Gebeurt dat niet, dan ontstaat er ‘kortsluiting’ en kunnen de hersenen de spieren en organen in het lichaam niet goed meer aansturen. De oorzaak van myelineschade is verschillend. Bij CIDP denkt men aan een auto-immuunziekte. Bij MS is het beeld (nog) diffuser: virussen, vitamine D, roken, man-vrouwverschillen. Bij MMN denkt men weer meer aan een auto-immuunreactie op bepaalde antilichamen. 

Een specifieke vorm van neuropathie is ‘ascending neuropathy’. Het begint in je vingers en tenen, vervolgens gaat het naar je handen en voeten en trekt het verder omhoog je ledematen in tot en met het bekkengebied aan toe. Juist dat ‘optrekkende’ patroon van neuropathie vanuit je perifere zenuwstelsel is vaak het beste signaal dat het hier niet gaat om problemen in je centrale zenuwstelsel, maar om een gebrek aan B12. Waarom hebben diabetici vaak neuropathie dan? Dat komt weer door de bijwerking van het meest gebruikte medicijn bij diabetes: metformine. Maar in alle gevallen van neuropathische problemen spelen beschadigde myelinescheden een rol. Iedereen met neuropathische klachten zou dan ook als de wiedeweerga het gehalte aan vitamine B12 moeten laten controleren. En dan niet met een simpele bloedtest. Overigens geldt dit ook voor de spiegels vitamine B1, B6 en folaat.

Weefselvorming

Methylcobalamine is een hulpmiddel voor het enzym methioninesynthase. Ik zal het chemische proces maar niet uitleggen, want dat is erg ingewikkeld. Onthoud maar dat je vitamine B12 nodig hebt om een deel van vitamine B11 over te dragen op homocysteïne waardoor methionine wordt gemaakt. Als je een tekort hebt aan B12, dan zie je dat, naast bloedarmoede, ook terug bij de epitheelcellen in je darmen, vagina en tong, allemaal snel delende cellen die minder goed worden aangemaakt door een gebrek aan vitamine B12 (en B11).

Gezonde hersenen

In samenhang met het vorige punt, weet je dus dat vitamine B12 (en B11) een belangrijke rol spelen bij de omzetting van homocysteïne in methionine. Als je een tekort hebt aan vitamine B12, dan blijven je homocysteïne-niveaus te hoog en dit leidt tot neurotoxiciteit. Dat beschadigt je brein en je zenuwcellen en kan op termijn zelfs leiden tot geheugenverlies, psychoses of dementie. Daar begint het natuurlijk niet mee, maar let op als je problemen krijgt met je concentratie, geheugen en problemen met het vinden van de goede woorden (kan ook door gebruik van antidepressiva komen).

4. Oorzaken van tekorten aan vitamine B12

Volgens het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde komt een tekort aan vitamine B12 relatief vaak voor.[1] Men spreekt over percentages tussen de 5% en 10% van de totale bevolking. Bij mensen boven de 65 heeft men het over 20-25%! Ook worden kritische opmerkingen gemaakt over de wijze waarop B12 gemeten wordt. Er staat letterlijk:’ De huidige diagnostische tests, zoals de serumbepaling (in het bloed dus)… zijn ontoereikend.’ Ik kom er aan het einde van de blog op terug. Ook huisarts Hans Reijnen noemt in zijn boek over vitamine B12-tekort serieuze aantallen[2]:

  • 10% van alle mensen;
  • 20% van alle 60-plussers;
  • 60% van alle geriatrische patiënten.

Volgens hem lopen er in Nederland zo’n 1,5 tot 3 miljoen mensen rond met dit probleem zonder dat ze dit weten en degenen die het wel weten, worden verre van optimaal behandeld.

Er zijn diverse redenen waardoor je een tekort aan vitamine B12 kunt krijgen. Ik noem de volgende:

  • Te lage inname via de voeding;
  • Gebrek aan maagzuur;
  • Andere maagproblemen;
  • Malabsorptie;
  • Medicijngebruik;
  • Genetisch defect. 

Te lage inname via de voeding

Dit is natuurlijk de meest voor de hand liggende reden. Als je weinig of geen vitamine B12 inneemt via de voeding, dan ontwikkel je tekorten. Zolang je geen diëten volgt of veganist of vegetariër bent, is de kans niet zo groot. Je hebt bij de bronnen kunnen lezen waar vitamine B12 in zit. Dus als je die geregeld eet, hoef je je niet zo snel druk te maken over voldoende inname. Ben je echter een mijder van dierlijk eten, dan moet je echt opletten. Dan ontstaat er een onbalans in de inname van kalium en vitamine B12. Die werken elkaar tegen. En dat geldt ook voor mensen die een eiwitarm dieet volgen om welke reden dan ook. Normaliter is de intake voor de meeste mensen wel op orde, mits je geen alcoholist en/of roker bent. Maar dan je maag…

Gebrek aan maagzuur

Geen of weinig maagzuur (achloorhydrie of hypochloorhydrie) leidt onherroepelijk op termijn tot een B12-tekort. Ik denk dat dit wel één van de belangrijkste oorzaken is. Als je Omeprazol of een andere maagzuurremmer slikt, ga je zeker op termijn symptomen krijgen die wijzen op een tekort aan vitamine B12. Ik zeg het nog maar een keer onomwonden: je bent niet verstandig bezig als je jarenlang maagzuurremmers slikt, van welke soort dan ook. Want dan gaat niet alleen je opname van B12 teloor, maar ontstaan er ook allerlei andere tekorten. Het listige zit hem in het feit dat de effecten pas na jaren zichtbaar of merkbaar worden. En niemand legt dan de koppeling tussen een gebrek aan maagzuur of het gebruik van maagzuurremmers en allerlei symptomen of ziektes. Laat ik het verder niet hebben over het feit dat sommige bijproducten van rottend voedsel in de maag ook kunnen leiden tot ‘maagzuurachtige effecten’ en dus tot een verkeerde diagnose. Je dokter denkt vaak dat maagzuurproblemen komen door een teveel aan maagzuur (zelden), terwijl de echte oorzaak te weinig maagzuur is of een voedselbrij die te lang in je maag blijft staan en allerlei irriterende stoffen produceert voor je slokdarm. En zelfs in de richtlijnen staat dat je maagzuurremmers niet langer dan vier weken mag slikken.[3] Onthoud: maagzuur is je grootste vriend. En maagzuurremmers je grootste vijand. Lees de aparte blog over zuurbranden er maar op na.

Andere maagproblemen

Mensen die problemen hebben met hun maag, hetzij door een operatieve verwijdering van een deel van de maag, door chronische gastritis (ontsteking van het maagslijmvlies) of de aanwezigheid van Helicobacter pylori lopen een groot risico op een vitamine B12-tekort op termijn.

Malabsorptie

Door bijvoorbeeld glutenintolerantie, coeliakie of de ziekte van Crohn kun je makkelijk een tekort aan vitamine B12 en ijzer oplopen, waardoor je bloedarmoede krijgt. Je darmen zijn gewoon niet in staat om het uit je voeding op te nemen. Hoe dat precies zit? Gluten beschadigen je pariëtale cellen die maagzuur aanmaken en de intrinsic factor. Hoe minder van die cellen, hoe minder maagzuur. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat gluten pernicieuze anemie veroorzaken, je weet wel, die vorm van bloedarmoede door een gebrek aan vitamine B12. Tenslotte weten we dat gluten met name het laatste deel van je dunne darm beschadigen, precies het gedeelte waar vitamine B12 wordt geabsorbeerd. Tenslotte veroorzaken gluten ook schade aan je darmslijmvlies en de binnenkant van je maag. Dus dan word je van meerdere kanten aangevallen: te weinig maagzuur, te weinig ‘intrinsic factor’ en te lage of volledig gefrustreerde absorptie. Daarom wordt glutenintolerantie of coeliakie zo vaak geassocieerd met een tekort aan vitamine B12. Eigenlijk kun je wel zeggen dat darmproblemen (al dan niet door gluten) na een gebrek aan maagzuur zo’n beetje de belangrijkste oorzaak is voor een tekort aan vitamine B12. Als dat geen reden is om gluten te mijden?

Verder kan de opname in je dunne darm onder druk staan door bacteriële overgroei (en soms juist leiden tot hoge bloedspiegels!), een parasitaire infectie (giardia lamblia), verwijdering van een stuk van je dunne darm of door inflammatoire darmziektes. Je kunt zelfs antistoffen (immunoglobulinen) aanmaken tegen je ‘intrinsic factor’. Ook is er vaak sprake van een verminderde lever- en pancreasfunctie (exocriene pancreasinsufficiëntie). En tenslotte kun je ook genetische afwijkingen (zeldzaam) hebben in de absorptie, het transport of de celstofwisseling, maar die komen meestal al eerder aan het licht. Ontstaan je symptomen op latere leeftijd, dan heeft dat meestal niets met genetische afwijkingen te maken.

Medicijngebruik

Over maagzuurremmers heb ik het al gehad. Ik beperk me nu tot andere medicijnen die je aan een tekort van vitamine B12 kunnen ‘helpen’. Ten eerste antibiotica, met name als je die chronisch gebruikt. Ten tweede ‘de pil’, met name als je die jaren gebruikt. En ten derde oestrogeenpillen om menopauze-achtige symptomen te bestrijden. Oestrogenen kunnen namelijk je vitamine B12-voorraad uitputten. Ten vierde tal van bloeddrukverlagers. Laat ik ook anti-epileptica niet vergeten, medicijnen die ook ‘off-label’ worden voorgeschreven voor andere ziektes of symptomen. Ik heb het dan over middelen als cannabidiol, cenobamaat, chloralhydraat, ethosuximide, felbamaat, fenobarbital, fenytoïne, enzovoorts. Metformine belemmert de opname van het vitamine-B12-intrinsic-factor-complex in de dunne darm (en ook vitamine B11 en Q10). Nu merk je daar niet direct wat van, maar afhankelijk van de termijn en de dosering, ontstaat er bij veel diabetici na verloop van tijd een tekort aan B12. En is metformine wellicht ook de oorzaak van diabetische neuropathie? Waarschijnlijk wel! Een tekort aan B12 (en B11) betekent geen of gebrekkige myelinescheden weet je inmiddels. Alleen ontstaat het niet direct, dus valt het ook niet onder de bijwerkingen. Je zou het dus medicijnen-geïnduceerde neuropathie kunnen noemen. Ik zeg het maar even onomwonden: als je weet dat diabetes type 2 een leefstijlziekte is, wat ga je dan doen met medicijnen? Gooi je dieet om! Ik ken inmiddels voorheen zeer sportieve mensen die na het gebruik van metformine en zelfs B12-injecties niet meer kunnen lopen.

Ook cholesterolverlagers schijnen voor een tekort aan B12 te kunnen zorgen. En tenslotte geldt dit ook voor chemotherapie. Dan is een B12-tekort wellicht het laatste waar je je druk om maakt, maar als je de kuren hebt doorstaan kan het zeker geen kwaad om extra vitamine B12 te nemen, zeker als je één of meer van de symptomen herkent. En hetzelfde geldt tenslotte voor chronisch gebruik van acetylsalicylzuur, beter bekend als aspirine.

Tel bij alle redenen voor een tekort op dat je lichaam een voorraad heeft van B12 en je pas na een aantal jaar (meestal tussen de twee en tien jaar) symptomen gaat ontwikkelen van een tekort. Dan snap je waarom iemand niet direct koppelingen legt tussen bijvoorbeeld een andere leefstijl of dieet en een tekort aan vitamine B12. Dat geldt dus zeker voor mensen die maagzuur bestrijden met pillen, maar ook voor mensen die om welke reden dan ook geen dierlijk voedsel willen gebruiken. Kijk maar eens naar de symptomen en denk nog eens goed na of er een verband is tussen je medicijngebruik, je leefstijl en een mogelijk tekort aan vitamine B12. Zijn je maag en darmen niet op orde, dan komt een vitamine B12-tekort sowieso een keer aan bod. Maar de kans is groot dat je dan al veel andere tekorten hebt opgelopen met de daaraan gekoppelde symptomen. Mocht je besluiten om je dieet om te gooien en weer vlees en vet te gaan eten en gluten te skippen, reken dan op 18 maanden voordat je effecten kunt verwachten.

Genetisch defect

Tenslotte noem ik nog een genetische afwijking waarmee je dus geboren bent. Dat wordt een polymorfisme genoemd. In dit geval gaat het om het missen van een gen met de naam MTHFR. Dat heeft niet alleen consequenties voor vitamine B12 maar ook voor synthetische vitamine B11 met de naam pteroylmononglutaminezuur. Dus zwangere vrouwen, let op als je op advies van de verloskundige foliumzuur gaat gebruiken dat je de natuurlijke vorm inneemt (folaat) en niet de synthetische.

5. Symptomen van een tekort aan vitamine B12

Wanneer kun je nu bij jezelf vaststellen of er mogelijk een tekort aan B12 is? Dan moet je één van de volgende symptomen hebben.

  • Prikkelingen, tintelingen, gevoelloosheid in vingers/tenen/handen/voeten (paresthesie);
  • Chronische vermoeidheid (door bloedarmoede);
  • Cognitieve hersenfunctiestoornissen (slechte concentratie en geheugen en/of moeite om op woorden te komen);
  • Allergische klachten;
  • Slechte eetlust met gewichtsverlies;
  • Auto-immuun-problemen;
  • Ontstekingen van maag en slokdarm;
  • Verzwakt afweersysteem;
  • Huidproblemen (slecht genezende wondjes en dergelijke);
  • Tandvleesproblemen;
  • Aften;
  • Tremoren (trillende handen);
  • Slaapapneu;
  • Krachtsvermindering in armen en benen door verlies van spiermassa;
  • Incontinentieproblemen door slecht functionerende zenuwen;
  • Psychische/psychiatrische problemen: dementie, psychose, autisme;
  • Snelle progressie of ontstaan van hart- en vaatziekten door verhoogd homocysteïne;
  • Haaruitval (door een tekort aan eiwitten door maagzuurpillen);
  • Slijmvliesproblemen (mond, tong, slokdarm, maag, darmen);
  • Hoge hartslag (door een gebrek aan zuurstof);
  • Verlaagde vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen;
  • Herhaalde miskramen, zwangerschapsvergiftiging en HELPP-syndroom;
  • Verstoringen van de menstruatiecyclus;
  • Depressie;
  • Coördinatiestoornissen (ataxie);
  • Neuropathie;
  • Spiertrillingen (kan ook door magnesiumtekort komen);
  • Afwijkende tong (gezwollen, branderig, overdreven rood en pijnlijk of afwijkend van kleur);
  • Smaak- en reukverlies.[4]

Speciaal voor mensen met fibromyalgie werk ik twee symptomen iets verder uit.

Spierpijn en gewrichtspijnen

Dit is zo’n symptoom dat door verschillende tekorten kan ontstaan. In dit geval dus ook door een tekort aan vitamine B12. En speciaal voor fibromyalgiepatiënten is dit ook interessant om uit te zoeken. Hoe werkt het namelijk? Door een gebrek aan vitamine B12 krijg je bloedarmoede. Die bloedarmoede zorgt er vervolgens voor dat je te weinig zuurstof in je bloed hebt. Je spieren hebben zuurstof nodig en kunnen daar vervolgens niet voldoende aan komen. Het gevolg laat zich raden: spierpijn of pijnlijke gewrichten. Door een gebrek aan zuurstof schakelen je cellen over op verbranding zonder zuurstof (anaerobe verbranding) in plaats van verbranding met zuurstof (aerobe verbranding). Het kenmerk van anaerobe verbranding is de productie van lactaat (melkzuur) waardoor je verzuurde, zere spieren krijgt. Daarbij komt dat anaerobe verbranding veel minder energie (ATP) oplevert, dus naast het hebben van zere spieren en pijn ben je ook snel vermoeid. Een reden om je B12 te laten controleren, zeker als je naast fibromyalgie ook nog darmproblemen hebt.

Tenslotte is hersenmist of ‘brain fog’ wel zo’n beetje het eerste symptoom dat je gaat opmerken. Niet op woorden kunnen komen. Niet goed kunnen nadenken. Niet scherp hebben waar het over gaat. Dat soort signalen. Een soort toestand waarin je wat ‘zombie-achtig’ reageert op situaties of in gesprekken. Het lijkt er dan op dat je vertraagd en sloom reageert op plotselinge situaties en pas na verloop van tijd door had wat er aan de hand was of waar het over ging. Helaas is ‘brain fog’ niet alleen gekoppeld aan vitamine B12….

6. Suppletie en doseringen

Voordat ik iets ga zeggen over de manieren waarop je een B12-tekort kunt ‘vaststellen’, moet ik je eerst even vertellen dat er een belangrijke samenhang is met vitamine B11. Ik gebruik nu maar even het woord ‘foliumzuur’ voor vitamine B11, terwijl de natuurlijke vorm folaat heet. Maar ‘foliumzuur’ herkennen mensen beter. Wat is nu de relatie tussen vitamine B12 en foliumzuur?  In de eerste paragraaf schreef ik het al; foliumzuur is de derde factor in het plaatje. Zowel foliumzuur als B12 hebben een positief effect op de bloedvorming. Extra foliumzuur kan een B12-tekort in het bloed maskeren. Dus dan zie je aan het bloed niets (geen afwijkingen in bloedcellen) omdat het bloedbeeld gecompenseerd wordt door een overmaat aan foliumzuur. Het is daarom belangrijk om naast vitamine B12 ook naar het foliumzuur te kijken. Neurologische problemen door een vitamine B12-tekort worden door extra (te hoog) foliumzuur versterkt! Laten we nu eens kijken naar de manieren waarop je een B12-tekort kunt vaststellen. Het belangrijkste bij een vermoeden van een vitamine B12-tekort, is dat je dit laat testen bij de huisarts. Op die tests is echter wel het een en ander af te dingen. Er is in ieder geval veel discussie over die metingen en de normen. Lees maar mee.

Tests

De meest voor de hand liggende test bij een vermoeden van bloedarmoede is de MCH-test. ‘MCH’ staat voor ‘mean corpuscular hemoglobin’ en deze tests bepaalt de hoeveelheid hemoglobine in de rode bloedcellen. Daarmee kan de oorzaak van bloedarmoede worden opgespoord. Soms wordt ook de MCV-test gebruikt. Beide tests zijn normale basistests om je bloed te onderzoeken op afwijkingen. Overigens betekent een afwijkende waarde uit deze tests niet altijd dat de afwijkingen komen door een tekort aan vitamine B12, maar dat weet je huisarts wel.

De tweede manier om een tekort op te sporen is het testen van je homocysteïnegehalte. Homocysteïne is een normaal afbraakproduct van onze cellulaire verbranding. Normaal gesproken wordt deze stof omgezet in methionine. Bij een tekort aan de vitamines B12 en B11 kan deze omzetting niet plaatsvinden en zie je verhoogde homocysteïnespiegels in het bloed. Dit is een betrouwbaardere indicator dan het meten van de bloedwaarde B12 zelf. Overigens is een verhoogd homocysteïnegehalte ook een indicator voor een verhoogd risico op een hartaanval of beroerte. Ook in andere studies kom je een verhoogd homocysteïnegehalte tegen als oorzaak van neurologische problemen, botontkalking en Alzheimer. Het kan dus zo zijn dat je bloedspiegels van vitamine B11 en B12 goed zijn en je toch een hoger homocysteïnegehalte hebt. Ga dan vooral van het verhoogde homocysteïne uit en trek je niet te veel aan van de zogenaamd goede bloedwaarden vitamine B12. Er is sprake van een verhoogd niveau als je bloedwaarden homocysteïne boven de negen is. Alles tussen de 6 en 9 is goed. Overigens kan een verhoogde homocysteïnespiegel niet alleen door een tekort aan vitamine B12 komen, maar ook door een tekort aan vitamine B6 of B11. In zeldzame gevallen is er sprake van een enzymatische oorzaak (hyperhomocysteïnemie).

De derde manier is de MMA-test. Met deze test wordt methylmalonzuur gemeten. Dit organische zuur is verhoogd als je een vitamine B12-tekort hebt. Omdat vitamine B12 als een cofactor werkt voor twee enzymen (met moeilijke namen), zijn de spiegels van methylmalonzuren en homocysteïne hoger. Want door een gebrek aan B12 werken die enzymen niet en blijven die stoffen in je bloed zweven.

De vierde en meest gebruikte maar ook meest waardeloze test is de standaard serumtest. Dat is een zeer slechte manier om te beoordelen of er sprake is van een tekort of niet. Waarom? Omdat er in het lichaam continue een herverdelingsproces aan de gang is dat wordt geïnitieerd door de lever. Want daar ligt een ruime voorraad vitamine B12 opgeslagen. Zodra je bloedspiegels dalen, pompt je lever nieuwe B12 de bloedbaan in. Als je juist op dat moment je bloed laat prikken, krijg je een valse voorstelling van zaken. Een lage waarde is bij deze test een betrouwbaardere indicator dan een hoge waarde. Is de waarde laag, dan weet je zeker er iets met je B12 aan de hand is. Een hoge waarde zegt echter weinig. Daarbij komt nog dat je weet dat een deel van de B12 aan transcobalamine is gekoppeld (klaar voor absorptie) en het overgrote deel aan haptocorrine (inactief). Een totale bloedwaarde zegt eigenlijk alleen maar iets als je totale bloedspiegel laag is. Van een ‘zogenaamde goede waarde’ kun je niks afleiden. Ik kom er onder het kopje 'bloedwaarden' nog even op terug. 

En dan hebben we nog een bepaling van actieve vitamine B12 (Holo-TC). Dat is sowieso een betere test dan de normale serum-B12-test. Waar zit het verschil in met de serumtest? De gangbare tests waarbij dus het totaal-B12 wordt gemeten, maakt geen onderscheid tussen de inactieve en actieve vormen en dat doet de Holo-TC-test wel. Bij gezonde mensen ligt het percentage actief-B12 tussen de 10% en 30%  van het totaal-B12. Bij personen met een B12 opnamestoornis blijkt dat deze verhouding anders ligt. Uit onderzoek blijkt dat de actief-B12-waarde sneller daalt dan de totaal-waarde-B12. Zo kan het dus zijn dat je totaalwaarde B12 goed schijnt, maar je actief-B12-waarde al te laag is. Vraag dus altijd om deze test en niet om een standaard totaal-B12-serumtest. De referentiewaarde voor een goed uitslag is > 60 pmol/l actief vitamine B12. De ondergrens ligt op 50 pmol/l. Zelfs online kun je deze test bestellen![5]

De beste manier om vitamine B12 te meten, is de intracellulaire test. Dan wordt met behulp van radioactief gelabeld thymodine gekeken naar de groeisnelheid van de cel bij het toevoegen of juist blokkeren van voedingsstoffen. Maar of dit in Nederland al gebeurt, is mij niet bekend.

Suppleren

Er zijn diverse vormen van vitamine B12 te koop. De officiële naam voor vitamine B12 is cobalamine. Lees maar mee.

Natuurlijke vitamine B12

De veiligste vorm van vitamine B12 is die rechtstreeks uit planten- of dierenextracten komt. Die zit in het natuurlijke eiwitpakket en wordt prima door het lichaam opgenomen. Je kunt echter geen natuurlijke bronnen vinden waarin alleen (!) vitamine B12 wordt aangemaakt. Dus ben je altijd ‘veroordeeld’ tot een vitamine B-complex. Dat is op zich sowieso verstandiger om in te nemen dan losse B-vitamines omdat die verschillende B-vitamines elkaar versterken. Er is echter één nadeel aan natuurlijke B-vitamines: de relatief lage dosering. Als je dus een serieus gebrek aan vitamine B12 hebt, dan los je dat niet op met een natuurlijk vitamine B-complex vanwege ontoereikende gehaltes. Maar voor preventieve doeleinden is dit de beste vorm van suppletie. Zo'n supplement kun je hier of hier bestellen. 

Dan komen we bij de synthetische vormen.

Cyanocobalamine

De meest gebruikte vorm in supplementen is cyanocobalamine. Deze vorm komt normaal gesproken niet voor in de natuur. In het lichaam wordt deze vorm omgezet in vormen die het lichaam wel kan gebruiken (adenosylcobalamine), want met cyanocobalamine kan het lichaam zelf niets. Bij het omzetten van cyanocobalamine komt cyanide vrij dat giftig is. Cyanide zorgt ervoor dat je mitochondriën niet aan voldoende zuurstof kunnen komen. Ze maken van cyanide ook blauwzuurgas. Deze vorm zou ik dus altijd mijden, mede vanwege het feit dat je lichaam het slecht opneemt.  Zie je dus merken die gebruik maken van deze vorm, dan kun je die maar totaal beter mijden, want dan doen ze dat ook met andere vitamines. Er zijn gevallen bekend van toxiciteit bij het gebruik van deze vorm.[6] Mogelijke bijwerkingen bij deze vorm:

  • Acne;
  • Hartkloppingen;
  • Angst;
  • Rood gezicht, met name de wangen;
  • Hoofdpijn;
  • Slapeloosheid;
  • Innerlijke onrust en rusteloze benen, niet stil kunnen zitten;
  • Suïcidale neigingen.

Of je het gelooft of niet, maar dit goedje zit zelfs in babyvoeding.[7] Zijn die baby’s en peuters soms daarom zo onrustig? Het zit ook in vitaminedrankjes.[8] Of energydrankjes.[9] Mocht je trouwens injecties met B12 krijgen, vraag dan altijd welke vorm van vitamine B12 erin zit. Cyanocobalamine moet je gewoon weigeren. En vaak zie je ook dat de gewenste effecten uitblijven bij deze vorm. Behalve de toxische. Simpel gezegd: nooit kopen, nooit innemen, ook niet uit voedingsmiddelen (check het etiket).

Hydroxocobalamine

Deze vorm wordt vaak goed verdragen en in Nederland vooral gebruikt voor vitamine B12-injecties door artsen om tekorten weg te werken. Eigenlijk is dit de beste vorm omdat je lichaam zelf naar behoefte er methylcobalamine of adenosylcobalamine van kan maken. We treffen deze vorm dan ook van nature aan in ons lichaam. De dagelijkse dosering is tussen de 2.000 en 10.000 microgram als je een tekort hebt. Preventief kun je met minder microgrammen uit de voeten en is deze neusspray een handige vorm. Zit er ook een nadeel aan deze vorm? Ja, sommige mensen kunnen niet methyleren (omzetten van vorm A in B) en dan helpt deze vorm niet. Dus blijft effect uit, stap dan over op één van de volgende actieve vormen. 

Methylcobalamine

Dit is een lichaamseigen actieve vorm die vooral zijn functie heeft in de omzetting van homocysteïne naar methionine. Die reactie is nodig om foliumzuur te laten functioneren. Heb je dus vooral symptomen als een verstoorde bloedaanmaak (bloedarmoede) of problemen met je slijmvliezen (darmwand, maagwand, tong, enzovoorts) dan is dit de beste vorm om te suppleren. Ook je gezichtsvermogen kan erdoor verbeteren. Zelfs beter slapen is een gevolg omdat het je melatonine verhoogt en homocysteïne verlaagt. Om tekorten weg te werken, neem je tussen de 2.000 en 3.000 microgram in. Er is echter één vervelende bijwerking van deze vorm. Juist het passeren van de metabolische stappen in het lichaam door actieve vormen te suppleren, leidt vaak tot problemen (ook bij vitamine B6). Bij sommige mensen veroorzaakt deze vorm angsten. Het werkt eigenlijk gewoon te sterk. Dus neem je deze vorm en merk je dat je geïrriteerd of geprikkeld raakt of slecht gaat slapen, neem dan de minder actieve vorm hydroxocobalamine. Die wordt vaak beter verdragen.

Adenosylcobalamine

In tegenstelling tot de vorige vorm, is adenosylcobalamine (ook wel dibencozide genoemd) vooral aanwezig in de mitochondriën. Het is een cofactor bij verschillende stofwisselingsprocessen die te maken hebben met de omzetting, opbouw en afbraak van koolhydraten en vetten. Als je dus meer last hebt van neurologische problemen, heb je vooral een tekort aan adenosylcobalamine. In de weefsels komt ca. 70% van de aanwezige vitamine B12 voor in de vorm van adenosylcobalamine. Om tekorten weg te werken, kun je dezelfde doseringen aanhouden als bij methylcobalamine.

Hoeveelheden

Als je een ernstig tekort aan vitamine B12 hebt, is suppletie van 2.000 tot 3.000 microgram per dag een prima dosering, althans van de actieve vormen methylcobalamine of adenosylcobalamine. Van hydroxocobalamine heb je meer nodig: tussen de 2.000 en 10.000 microgram. Hou sowieso rekening met een periode van 8 tot 16 weken voor je iets gaat merken. Je weet inmiddels dat tekorten pas na jaren ontstaan. Dat geldt dus ook voor het opbouwen; het kost tijd. Gelet op het beperkte absorptievermogen, heeft het geen zin om pillen met 10.000 microgram te slikken. De meest handige dosering hebben pillen van 1.000 microgram die je met een interval van 4-6 uur kunt innemen, meestal in de vorm van een smelttablet.

Bloedwaarden

Er is nog steeds geen eenduidigheid over wat nu goede bloedwaarden zijn of niet.  Wereldwijd variëren de ondergrenzen tussen de 140 pmol/l (Nederland) en 500 pmol/l (Japan). Als je naar de huisarts bent geweest en je bloed is getest via de serummethode, hou dan een ondergrens van minimaal 300 tot 400 pmol/l aan als de ondergrens. Je huisarts hanteert een ondergrens van 140 pmol/l. Hierbij komt nog dat de bloedwaarden kunnen worden beïnvloed door hoge gehaltes foliumzuur. Hierdoor is die bloedtest onbetrouwbaar. En die bovengrens kun je sowieso negeren. Veelzeggend vind ik ook dat we met een bloedspiegel van ca. 1500 pmol/l geboren worden. Uit veel studies blijkt dat de waarde ergens tussen de 450 pmol/l en 1500 pmol/l zouden moeten liggen. 

Mocht je gebruik maken van de Holo-TC-test (dus dan meet je de actieve vorm), dan is de ondergrens 50 pmol/l omdat actieve vitamine B12 minimaal 10% van de totale hoeveelheid B12 in het serum uitmaakt.

Toxiciteit

Suppletie van vitamine B12 is erg veilig (behalve die van cyanocobalamine). Er is wel een ondergrens vastgesteld, maar een bovengrens is er niet. De beperking zit eerder op ons absorptievermogen zoals ik hierboven al schreef. Er is in ieder geval nog nooit iemand overleden aan een overdosis vitamine B12, mede omdat B-vitamines wateroplosbaar zijn. En hoe langer ik me in deze materie verdiep, hoe meer me het gevoel bekruipt dat die laboratoriumwaarden en dagelijks aanbevolen hoeveelheden (ADH of RI) totaal niet kloppen. De andere kant is dat het niet verstandig is om enorme hoeveelheden dagelijks in te nemen zonder bloedtests. Meten is weten.

Innamevormen

Je kunt vitamine B12 in de vorm van pillen of injecties (via de dokter) suppleren. Wanneer kies je voor welke vorm? Met name voor mensen die bekend zijn met maag- en darmproblemen heeft het oraal innemen via de maag niet zoveel zin. Je absorbeert het gewoon niet vanwege de schade in je lichaam. Dan is het innemen van een zuigtablet de slimste manier (sublinguaal). In ieder geval beter dan via een methode die je maag-darmkanaal omzeilt, zoals injecties of infusen.[10] Heb je geen maag- en darmproblemen en voldoende maagzuur, dan kun je overwegen om een hoge dosis oraal in te slikken. Een groot deel gaat dan wel verloren, maar dat compenseer je door een hogere dosering. 

Altijd samen met B11

Ik kom nog even terug op foliumzuur of folaat. Een tekort aan vitamine B12 kan worden gemaskeerd door een overschot aan folaat, zei ik net al. En andersom. Suppleren van alleen vitamine B12 is dus alleen op de korte termijn handig (< dan 3 maanden) om een lage bloedspiegel op te lossen. Op langere termijn moet je zorgen dat je ook voldoende folaat binnenkrijgt. De ideale verhouding tussen beide vitamines is 10.000 microgram voor vitamine B12 en 1500 mg foliumzuur. Dus bij een (mogelijk) tekort ga je eerst aan de slag met alleen B12. Na drie maanden stap je over op een gecombineerd supplement met én vitamine B12 én vitamine B11 (of nog liever folaat). Maar boven alles heeft het sterk de voorkeur om vitamine B12 alleen uit je voeding (vlees!) te halen. Heb je in ieder geval een prachtig excuus om dure ossenhaas te bestellen.

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.

 

[1] Nederlands Tijdschrift Geneeskunde 2005; 149:2789-94.

[2] Vitamine B12-tekort, drs. H. Reijnen, Uitgeverij AnkhHermes, Utrecht, 2011.

[3] https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/o/omeprazol

[4] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/27119316/#:~:text=In%20the%20vitamin%20B12%2Ddeficient%20group%2C%20hyposmia%20and%20anosmia%20were,dysfunction%20(p%20%3C%200.001).

[5] https://www.bloedwaardentest.nl/actiefvitb-holo-tc-vitamine-b-te-kort.html?gad_source=1&gclid=CjwKCAjwh4-wBhB3EiwAeJsppCoIBig7XasOHiNU25ASO7uT91hdt8b5c-mywJ3c1I9EWcMag4Rg5RoCmaYQAvD_BwE

[6] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31018715/

[7] https://www.nutriciavoorjou.nl/products/nutrilon/nutrilon-opvolgmelk-8712400120029.html#tabs-7e1a2fb1d0-item-852d25f3f8-tab

[8] https://www.sourcy.nl/producten/vitamin-water/vitaminwater-framboos-granaatappel

[9] https://www.redbull.com/nl-nl/energydrink/red-bull-energy-drink-ingredienten

[10] https://www.ntvg.nl/artikelen/vitamine-b12-suppletie-liever-oraal-dan-parenteraal

Terug naar blog